Klachten van het bewegingsapparaat komen zeer frequent voor. Om tot een goede differentiaaldiagnose te komen zijn, zoals bij de meeste klachten, de anamnese en het lichamelijk onderzoek van essentieel belang. Na het uitsluiten van een trauma wordt vastgesteld of het een of meerdere gewrichten betreft. Uiteraard is ook bij gewrichtsklachten het lichamelijk onderzoek van eminent belang. Als belangrijkste parameters worden inspectie, palpatie en functieonderzoek besproken. Om een diagnose te kunnen stellen betreffende de oorzaak van gewrichtsklachten, is er in de meeste gevallen geen aanvullend onderzoek nodig. Zo heeft röntgenonderzoek, behoudens bij verdenking op een fractuur of luxatie, meestal geen toegevoegde waarde. Bij gewrichtspijn is het (zoals altijd) van belang de patiënt serieus te nemen, goed na te kijken en direct actie te ondernemen bij verdenking op alarmsignalen; anderzijds is het ook goed naar de psychosociale achtergronden en de context van de patiënt te kijken met betrekking tot zijn of haar klachten. Zijn er geen alarmsymptomen, dan is er meestal wel de tijd om samen met de patiënt een behandeling en vervolg af te spreken.