De afgelopen jaren heeft er een revolutie in de behandeling van reumatoïde artritis plaatsgevonden. Nieuwe middelen, maar ook combinatiebehandelingen van bestaande middelen en vroeger ingrijpen hebben samen met het streven naar volledige onderdrukking van de ziekteactiviteit geleid tot een grote en klinisch relevante verbetering in de behandeling en de prognose. Daarnaast heeft dit het aantal en de ernst van de complicaties van de ziekte doen verminderen. Daarom dient elke patiënt met verdenking op reumatoïde artritis zo snel mogelijk, en liefst binnen maximaal vier weken, naar de reumatoloog verwezen te worden. Voorafgaande laboratorium- en röntgendiagnostiek is niet nodig en kan zelfs voor vertraging zorgen.
In het algemeen zal de reumatoloog met antireumatische medicatie starten en het effect daarvan controleren. Omdat RA een chronische aandoening is, is er een aantal momenten waarop overleg tussen huisarts en reumatoloog gewenst is, bijvoorbeeld bij koorts tijdens gebruik van biologicals en/of andere immunosuppressiva.