De behandeling van borstkanker is sterk verbeterd in de afgelopen decennia. Dit blijkt uit steeds minder uitgebreide operaties, steeds minder bijwerkingen van radiotherapie en steeds betere overlevingskansen. Adjuvante behandeling met chemotherapie, hormoontherapie en doelgerichte therapie leveren een belangrijke bijdrage aan de verbeterde overlevingskansen. Ieder jaar genezen vele duizenden vrouwen door deze systemische behandelingen. Steeds meer kennis van het biologische gedrag van kankercellen leidt direct tot meer gerichte en daarmee effectievere behandelingen. Een blijvend dilemma bij adjuvante behandeling is echter dat niet met zekerheid kan worden vastgesteld wie deze nodig heeft. Nieuwe moleculaire diagnostische tests lossen dit dilemma maar ten dele op. Een ander dilemma is dat het voor een individuele patiënt niet mogelijk is om vast te stellen of adjuvante behandeling effectief is. Door chemotherapie en/of hormoontherapie voorafgaand aan een operatie te geven (neoadjuvant) kan het effect ervan wel beoordeeld worden. Het neoadjuvante behandelconcept heeft bovendien belangrijke voordelen voor klinisch-wetenschappelijk en translationeel onderzoek.