De opvang van traumapatiënten is een complex gebeuren. Er kan sprake zijn van (potentieel) levensbedreigende letsels. Om deze direct te herkennen is een vaste structuur noodzakelijk. In Nederland gebeurt de traumaopvang in nagenoeg alle ziekenhuizen volgens het Advanced Trauma Life Support (ATLS)-concept. Hierbij worden eerst de direct levensbedreigende letsels onderkend en behandeld. Wanneer de patiënt vervolgens gestabiliseerd is, wordt zijn toestand volledig in kaart gebracht. Daarnaast moet de patiënt veilig naar zijn definitieve bestemming getransporteerd worden. De direct levensbedreigende letsels worden volgens het ABCDE-principe in kaart gebracht. De hoogste prioriteit heeft een vrije luchtweg (A), gevolgd door een adequate gaswisseling (B) en circulatie (C). Vervolgens wordt de neurologische status bepaald (D) en de patiënt wordt volledig geïnspecteerd (E). Een belangrijk onderdeel van dit proces is het onderkennen en behandelen van een shock. Dit is een klinische toestand als gevolg van een verstoorde bloedcirculatie, resulterend in inadequate orgaanperfusie en weefseloxygenatie. Er bestaan verschillende vormen van shock met specifieke kenmerken.