Verzakkingen komen in de algemene populatie veel voor, vooral bij vrouwen ouder dan 45 jaar die een aantal kinderen hebben gekregen, een zware bevalling of een kunstverlossing hebben gehad. Voor de meeste vrouwen is een verzakking geen reden om naar de huisarts te gaan, de meeste verzakkingen zijn asymptomatisch. De vrouwen die wel naar de huisarts gaan, willen vooral duidelijkheid over de aard van de afwijking, en meestal niet in eerste instantie dat er iets aan wordt gedaan. Bij de anamnese is het belangrijk met de vrouw te praten over haar klachten, de impact ervan op haar dagelijks functioneren, haar psychisch welbevinden en de kwaliteit van leven. Het lichamelijk onderzoek, en dan vooral het gynaecologisch onderzoek, is van belang. Hierbij kan men een onderscheid maken naar type verzakking. Het aanvullend onderzoek is van belang om andere pathologie uit te sluiten en voor de keuze van therapie. Het draagt weinig bij aan de uiteindelijke diagnose. Op dit moment is er nog maar weinig gestandaardiseerd aanvullend onderzoek voor het bepalen van vorm en graad van verzakking. Internationaal is het POPQ-systeem een objectieve methode om verzakkingen te beschrijven. Deze onderzoeksmethode is te uitgebreid voor de huisarts. Voor de specialist is het POPQ-systeem belangrijk om de afwijking zo objectief mogelijk in kaart te brengen, eenduidigheid te hebben over de diagnose en voor de evaluatie van eventuele chirurgische therapie.