Tasche et al. proberen in dit nummer van Huisarts en Wetenschap tot een NHG-onderzoeksagenda te komen.1 Een dergelijke poging nodigt uit tot een commentaar. Ik ga niet in op het debat over sturing van onderzoek vanuit maatschappelijke prioriteiten versus de noodzaak van een vrije, door onderzoekers geschreven onderzoeksagenda, en evenmin op de met dit debat samenhangende verschillen tussen fundamenteel en toegepast (liever: toepassingsgericht) onderzoek. Aan beide bestaat een grote en legitieme behoefte. Er is naast een ‘science driven’ onderzoeksagenda een sterke behoefte aan een onderzoeksagenda die door maatschappelijke prioriteiten wordt bepaald, of – specifieker – een door de gebruikers van onderzoek bepaalde agenda. Die gebruikers zijn de makers van standaarden en richtlijnen, naast beleidsmakers. Eerder heb ik deze vraagzijde op de ‘onderzoeksmarkt’ uitgedaagd om eens een zelfbewuste ‘consument’ te worden, die gewoon vraagt wat zij onderzocht wil zien.2