Uit de Belgische cijfers van de Nationale Gezondheidsenquête 2010 blijkt dat de prevalentie van overgewicht blijft stijgen: de Belg heeft vandaag de dag een gemiddeld BMI van 25,3 kg/m² en 14% is obees. Van de kinderen tussen 2 en 17 jaar heeft 18% overgewicht. De toename in overgewicht is sinds de eerste enquêtes in 1997 met 6% gestegen. Deze cijfers geven indirect weer dat veel mensen in onze maatschappij een relatief groot deel van de dag zittend doorbrengen, ondanks het groeiend bewustzijn bij bepaalde lagen van de bevolking van de positieve effecten van lichaamsbeweging op lichaam en geest. Het is dan ook niet verwonderlijk dat veel mensen hopen door meer te bewegen in de vrije tijd relatief snel het overtollige lichaamsgewicht weg te kunnen werken. Dit alleen al vormt een mogelijke verklaring voor het immense succes van Start to Run-programma’s. Zonder te willen afdingen op het nut voor de gezondheid van deze bewegingsprogramma’s, moet men echter vaststellen dat het effect op de vermindering van het lichaamsgewicht voor de meeste sporters beperkt blijft.
De vraag is dus of, en zo ja hoeveel en hoe intensief, men moet bewegen om eventueel gewichtsverlies te bewerkstelligen. Dit artikel gaat op zoek naar de wetenschappelijke onderbouwing van de adviezen hierover.