Op enig moment heeft ongeveer 3 procent van alle mensen in Nederland die ouder zijn dan zestig jaar een klinische depressie. Voor volwassenen is dat ongeveer 6 procent. Een depressie heeft grote invloed op de kwaliteit van leven: er is een onvermogen om te genieten van wat dan ook. Het leven wordt als uitzichtloos en zinloos ervaren. Vitale functies als slapen, eten en seksualiteit haperen en vertonen rare kuren. Daarnaast heeft nog eens 13 procent van alle ouderen last van ernstige depressieve klachten. Dit betekent dat zij dezelfde klachten ervaren maar minder intens. Soms gaan depressies vanzelf en vrij snel over, vaak blijven zij echter lang aanwezig en worden chronisch. Bevolkingsonderzoek wijst uit dat een depressie bij ouderen gemiddeld tien maanden duurt en dat ongeveer 35 procent van de depressies min of meer chronisch wordt (Beekman e.a., 1999; zie ook Karen Mutsaers, hoofdstuk 16). Voorkomen is beter dan genezen is een motto dat zeker ook voor depressie geldt. Maar kunnen we depressie voorkomen? Weten we voldoende over de oorzaken? Het antwoord is ja en nee. Het antwoord is nee, omdat we niet kunnen voorspellen of iemand een depressie krijgt ook al heeft die persoon een aantal ‘kenmerken’ die wel een verhoogd risico vormen. De kans dat we het verkeerd voorspellen is vele malen groter dan de kans dat we het goed voorspellen. Het antwoord is ja, omdat wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat er een aantal factoren is, dat beschermt tegen depressie (Smit e.a., 2003). Dit zijn onder andere het onderhouden van (intieme) sociale contacten, een goede conditie, een gezonde leefstijl, het hebben van zinvolle en betekenisvolle activiteiten en het gevoel datje greep op het leven hebt. Wanneer je een groep ouderen met een verhoogd risico om depressief te worden stimuleert tot en ondersteunt bij het versterken van deze beschermende factoren weet je zeker dat een aantal depressies wordt voorkomen. En dat is precies wat de preventieve geestelijke gezondheidszorg beoogt. GGZ-instellingen in Nederland bieden actief preventieve programma’s aan ouderen met een verhoogd risico op een depressie met als doel de sociale, fysieke en cognitieve competenties en de zelfredzaamheid te versterken. Hierbij kan worden gedacht aan voorlichting, cursussen, workshops en gespreksgroepen. Sinds enkele jaren zijn ook twee levensverhaalmethoden ontwikkeld. Het zijn de cursus Op zoek naar zin en de gespreksgroep De verhalen die we leven. In dit hoofdstuk worden deze methoden beschreven. Bij elke methode presenteren we een korte casus en we sluiten het hoofdstuk af met enkele opmerkingen over de effecten op depressie. Maar allereerst staan we nog even kort stil bij de specifieke betekenis van levensverhaalmethoden voor ouderen.