Door een eigen huisartsenpraktijk te openen, nam het vrouwengezondheidscentrum (
Vgc
) Utrecht afscheid van de zelfhulp- en gelijkheidsideologie. Voortaan accepteerde men verschillen in deskundigheid en beloning tussen vrouwen en probeerde men ‘vrolijk te balanceren tussen een verre revolutie en dagelijkse bittere noodzaak’
1
. Voor die transformatie moesten niet alleen interne weerstanden worden overwonnen, de externe weerstanden logen er ook niet om.
Toch ging in 1984 de eerste feministische huisartsenpraktijk van start en kreeg de naam
Aletta
– een hommage aan de eerste vrouwelijke arts in Nederland, Aletta Jacobs. Al snel werd het de naam waaronder
Vgc
Utrecht al haar activiteiten naar buiten bracht. Ruim tien jaar lang vervulde het
Vgc Aletta
een landelijke pioniers- en voorbeeldfunctie, totdat in 1998 het doek viel.
In dit hoofdstuk worden de uitgangspunten en inhoudelijke activiteiten van aletta beschreven. Ook wordt ingegaan op de organisatiestructuur en de samenwerkingsverbanden van aletta. Tot slot wordt beschreven hoe de teloorgang van aletta verliep.
2