Dit onderzoek had tot doel inzicht te krijgen in de ervaringen en behoeften van families die achterblijven na een moord binnen hun familie, en in de effecten die zij daarvan ondervinden. Een moord wordt als een familiemoord beschouwd als de dader en de overledene lid zijn van dezelfde zelfgekozen of biologische familie. Voor dit onderzoek zijn kwalitatieve interviews gehouden met veertien volwassen leden van families die een moord in hun familie hadden meegemaakt (M leeftijd = 46,14 jaar, SD = 12,78 jaar, n = 9 vrouwen, n = 5 mannen; n = 8 zwarte deelnemers, n = 6 witte deelnemers, n = 11 niet-latino, n = 3 latino). De resultaten van thematische analyses laten zien dat de families als gevolg van de familiemoord een aanzienlijke negatieve impact op hun familiesysteem ondervonden. Specifiek spraken de deelnemers over familierelaties die onder spanning kwamen te staan, wat zich uitte in het verbreken van het contact, problemen met de voogdij over de kinderen en het bezoeken van kinderen, en in echtscheiding. Verder gaven de deelnemers hun eigen definitie van het begrip directe familie en bespraken ze de implicaties van die definitie voor de hulpverlening na de familiemoord. De meeste deelnemers gaven de voornamen van degenen die ze als direct familielid beschouwden op, of de aanduiding van de betreffende familieband, evenals een kwalitatieve beschrijving van die relaties. Sommige deelnemers vertelden ook dat ze beseften dat de medeslachtoffers – mensen die impact van de familiemoord ondervinden – niet altijd worden meegeteld in de traditionele definitie van ‘directe familie’, en dat die vooronderstelling een negatieve invloed kan hebben op de hulpverlening na een familiemoord. Dit onderzoek vult belangrijke leemtes in de bestaande literatuur op, biedt aanknopingspunten voor het geven van relatie- en gezinstherapie in de toekomst, en wijst richtingen aan voor toekomstig onderzoek.