Per jaar ziet een huisarts ongeveer 20-30 kinderen met klachten over verstopping op het spreekuur. Bij ongeveer 95% van de kinderen met obstipatieklachten blijkt er sprake te zijn van functionele obstipatie. Op grond van anamnese en lichamelijk onderzoek is de diagnose te stellen. Functionele obstipatie ontstaat vaak doordat kinderen, al dan niet bewust, hun ontlasting ophouden uit angst voor een pijnlijke ontlasting of omdat ze niet op een vreemde wc durven te gaan. In een klein deel van de gevallen is tevens sprake van onvoldoende vezelrijke voeding en/of te weinig vochtinname en/of onvoldoende lichaamsbeweging.
De vicieuze cirkel van angst ? uitstellen ? verstopping ? pijnlijke ontlasting ? angst kan worden doorbroken door geruststelling, uitleg, dieetadviezen en bij hardnekkige verstopping door langdurig laxeren. Soms is een multidisciplinaire aanpak in de tweede lijn nodig, waarbij ook biofeedbackmethoden kunnen worden toegepast.