Hygiëne wordt gedefinieerd als de ‘zorg voor gezondheid door netjes en schoon te zijn’. In een ziekenhuis en vooral op de operatiekamer is hygiëne essentieel, mede om infecties te voorkomen. Infectiepreventie kent twee hoofddoelen: het voorkomen van ziekenhuisinfecties en van de verspreiding van bijzonder resistente micro-organismen. In een ziekenhuis worden maatregelen genomen om de kans op besmetting met pathogene (ziekmakende) micro-organismen te minimaliseren. Dit gebeurt aan de hand van de besmettingsketen, bestaande uit micro-organismen, de besmettingsbron, de porte de sortie, verspreidingswegen, de porte d’entrée en de ‘gastheer’. Begrip van de besmettingsketen leidt tot bewustwording van de manier waarop de keten doorbroken kan worden. Dan is er dus sprake van infectiepreventie. Voor het doorbreken van de besmettingsketen is persoonlijke hygiëne essentieel en voor het beschermen van de medewerker zijn persoonlijke beschermingsmiddelen belangrijk zoals een OK-uniform, OK-schoenen, OK-muts, een beschermende bril en een mond-neusmasker. Reiniging, desinfectie en sterilisatie zorgen dat medische hulpmiddelen geen micro-organismen kunnen overdragen.