In Nederland is geen continue registratie van het aantal vrouwen dat start met borstvoeding. Uit de meest recente peiling Melkvoeding van zuigelingen, uitgevoerd door TNO, Kwaliteit van Leven in Leiden in 2010, bleek dat 75 % van de vrouwen met borstvoeding start. Na één respectievelijk drie en zes maanden daalde dit percentage echter naar 46, 29 en 18 . Ondanks de onmiskenbare voordelen van borstvoeding, is een aantal vrouwen genoodzaakt kunstmatige zuigelingenvoeding te geven. De argumenten hiervoor zijn meestal van persoonlijke aard, maar soms zijn er ook medische redenen zoals (sommige) borstverkleinende operaties, of geneesmiddelengebruik. Het merendeel van de vrouwen die starten met kunstmatige zuigelingenvoeding, gebruikt conservatieve methoden voor de lactatieremming. Naast lactatieremming zal in dit hoofdstuk ook aandacht worden besteed aan lactatiebevordering. Zie ook tabel 1.