Beenmergtransplantatie heeft zich in de afgelopen decennia ontwikkeld van een experimentele techniek tot een gangbare behandeling voor tal van ernstige, vaak levensbedreigende ziektes. Met het toenemen van het aantal overlevenden na hemopoëtische-stamceltransplantatie (hsct) op de kinderleeftijd komen ook de late effecten van deze behandeling aan het licht. De meeste ex-patiënten die als kindhsct ondergingen, hebben één of meer late effecten. De brede scala van late effecten nahsct wordt in dit hoofdstuk besproken. Een deel van deze late effecten is, ten minste aanvankelijk, subklinisch. Voor de huisarts is het van belang alert te zijn op het hoge risico van hormonale uitval, met name na totale lichaamsbestraling (tbi). Daarnaast is subfertiliteit/infertiliteit een probleem waarmee de meeste overlevenden geconfronteerd worden. Ook is voor de huisarts van belang te weten dat er in deze patiëntengroep een sterk verhoogd risico is op secundaire maligniteiten, dat bovendien toeneemt met de termijn na transplantatie. Opvallend is dat ondanks de hoge prevalentie en ernst van late effecten nahsct de kwaliteit van leven door de meeste overlevenden als goed ervaren wordt.beenmergtransplantatie, late effecten na
langetermijneffecten
kinderkanker, overlevenden van
follow-up, langdurige
hormonale uitval
lichaamsbestraling, totale
beenmergtransplantatie