In de klinische les ‘Na de dood’ door
Lucassen et al. (Huisarts Wet 2001;44(2):48-50) valt tot tweemaal toe te lezen dat een huisarts of diens waarnemer, ook als deze vlak na het overlijden arriveert, kan gelden als behandelend arts, zelfs als er sprake is van acuut overlijden. Wij achten deze passages onjuist. In het gezaghebbende ‘Handboek Wet op de lijkbezorging’ valt te lezen dat alleen behandelend geneeskundigen en gemeentelijke lijkschouwers een verklaring van overlijden mogen afgeven.
1 Een behandelend geneeskundige wordt daarin omschreven als ‘de arts die de overledene tijdens het leven als laatste op enigerlei wijze onder zijn medische zorg heeft gehad. Dit veronderstelt dat hij tijdens het leven van de overledene in staat is geweest om tot een diagnose te komen. Hij zal vervolgens alleen een verklaring van overlijden af kunnen geven, indien hij tijdens het leven van zijn patiënt een verklaring heeft kunnen vinden voor het letale verloop, indien het overlijden in alle redelijkheid verwacht kon worden en zulks gesteund wordt door zijn bevindingen bij de lijkschouwing.’ Het bulletin ‘Informatie voor artsen met betrekking tot de Wet op de lijkbezorging 1991’ van de Geneeskundige Hoofdinspectie bevat woorden van dezelfde strekking.
2 …