Naast primaire hoofdpijn komt hoofdpijn ook secundair voor, als gevolg van een andere aandoening. In de top-twintig van aandoeningen die dan in de differentiële diagnose moeten worden geplaatst, staan infecties (sinusitis, bovenste-luchtweginfecties, griep en meer algemeen virusziekten) en psychiatrische aandoeningen. Van tal van andere aandoeningen wordt min of meer ‘intuïtief’ aangenomen dat zij verband houden met hoofdpijnklachten – opvallend is dat bijwerkingen van een geneesmiddel zelden als oorzaak van hoofdpijn worden gezien.
De auteurs onderzochten de medische literatuur op dergelijke ‘secundaire hoofdpijnklachten’, en behandelen de evidentie van een causaal verband voor een aantal vaak gepostuleerde onderliggende aandoeningen: hypertensie, sinusitis, refractiestoornissen, afwijkingen van het kaakgewricht, afwijkingen van de nek, hormonaal geïnduceerde hoofdpijn. Bovendien onderzochten zij de medicatieafhankelijke hoofdpijn – een vorm waarop de huisarts misschien wat alerter zou moeten zijn.
Bij veel van de in dit artikel genoemde aandoeningen komt hoofdpijn voor, maar vaak kan dit berusten op een epidemiologische coïncidentie. Cyclusafhankelijke hoofdpijn bestaat echter wel degelijk, evenals medicatieafhankelijke hoofdpijn en waarschijnlijk ook wel hoofdpijn bij (forse) hypertensie, maar dan vooral bij snelle bloeddrukstijging. De relatie van hoofdpijn met visusstoornissen is onduidelijk, en dat geldt ook voor afwijkingen aan het kaakgewricht. Er bestaat een verband tussen afwijkingen aan de nek en hoofdpijn, maar waarschijnlijk speelt een minder specifieke relatie tussen spier- en skeletklachten en chronische hoofdpijn een belangrijke rol. Als hoofdpijn is geassocieerd met afwijkingen aan de nek, gaat het vaak om spanningshoofdpijn. Over hoofdpijn bij anemie werd geen literatuur gevonden.