De term ‘persoonlijkheid’ duidt iemands karakteristieke stijl van denken, voelen en gedragen aan. Persoonlijkheidskenmerken spelen een cruciale rol in de behandeling en bejegening van ouderen met psychische of somatische ziekten. Verschijningsvormen van de persoonlijkheid worden verdeeld in adaptieve (gezonde) en maladaptieve (pathologische) persoonlijkheidskenmerken.
Een persoonlijkheidsstoornis wordt in de DSM-5 gedefinieerd als persoonlijkheidskenmerken die afwijken van de populatienorm ofwel van de norm van de (sub)culturele context van het individu. Deze maladaptieve persoonlijkheidskenmerken zijn star, leiden tot sociale en/of functionele beperkingen, hebben een duurzaam patroon waarvan het begin kan worden teruggevoerd naar ten minste de adolescentie of vroege volwassenheid. In de DSM-5 wordt uitgegaan van tien specifieke persoonlijkheidsstoornissen. De paranoïde, de schizoïde, de vermijdende en de dwangmatige persoonlijkheidsstoornis komen relatief vaak voor bij ouderen.
Er wordt steeds meer wetenschappelijk bewijs gevonden voor de effectiviteit van psychotherapie. Medicamenteuze behandeling van persoonlijkheidsstoornissen is symptoomgericht en kan zinvol zijn bij onder meer een geringe ontvankelijkheid voor psychotherapie.