Skip to main content

Welkom bij Scalda & Bohn Stafleu van Loghum

Scalda heeft ervoor gezorgd dat je Mijn BSL eenvoudig en snel kunt raadplegen.Je kunt de producten hieronder links aanschaffen en rechts inloggen.

Registreer

Schaf de BSL Academy aan: 

BSL Academy mbo AG

Eenmaal aangeschaft kun je thuis, of waar ook ter wereld toegang krijgen tot Mijn BSL.

Heb je een vraag, neem dan contact op met Jan van der Velden.

Login

Als u al geregistreerd bent, hoeft u alleen maar in te loggen om onbeperkt toegang te krijgen tot Mijn BSL.

Top

2024 | Boek

Slapeloosheid in de huisartsenpraktijk

Praktische handleiding

Auteurs: Merijn van de Laar, Ingrid Verbeek

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

insite
ZOEKEN

Over dit boek

Dit boek helpt huisartsen en praktijkondersteuners bij de niet-medicamenteuze behandeling van slapeloosheid. Het beschrijft concrete stappen voor gedragsmatige behandeling, en illustreert deze met veel casuïstiek. Slapeloosheid is een veel voorkomende klacht in de huisartsenpraktijk. Vaak gaat slapeloosheid gepaard met klachten overdag en een verminderd functioneren. De NHG richtlijn geeft aan dat de behandeling van slapeloosheid bij voorkeur gedragsmatig is. De uitvoering in de praktijk blijkt lastig omdat de precieze stappen van deze behandeling en hoe je deze het beste kunt uitvoeren niet beschreven zijn.

Slapeloosheid in de huisartsenpraktijk beschrijft verschillende sessies uit een behandeling van slapeloosheid. Deze sessies volgen de stappen van de gouden standaardbehandeling. Dat zijn allereerst het geven van uitleg over slaap, en de gedragsmatige behandeling aan de hand van slaaprestrictie en stimuluscontrole. Het boek beschrijft ook de optionele toevoegingen van cognitieve interventies en ontspanningstraining. Daarnaast besteedt het aandacht aan medicatie-afbouw. Ten slotte beschrijft het de behandeling voor specifieke groepen. Daarbij komen onder andere kinderen, ouderen en mensen met medische en psychische aandoeningen aan bod.

Merijn van de Laar is gepromoveerd slaapwetenschapper en eigenaar van Zorg voor slaap. Hij is adjunct-hoofd aan de huisartsopleiding van de Universiteit van Maastricht, waar hij onder andere lesgeeft over diagnostiek en behandeling van slaapproblemen

Ingrid Verbeek is gepromoveerd somnoloog, slaaptherapeut en lid van het multidisciplinaire team van het Centrum voor slaapgeneeskunde bij Kempenhaeghe.

Inhoudsopgave

Voorwerk
1. Slaap: een inleiding
Samenvatting
Slapeloosheid komt veel voor en het goede nieuws is dat het goed behandeld kan worden binnen de huisartsenpraktijk. We hebben het dan niet over een medicamenteuze behandeling, maar vooral over de niet-medicamenteuze therapie, oftewel de gedragsmatige behandeling van slapeloosheid. Uit onderzoek blijkt dat de gedragsmatige behandeling in de vorm van slaaprestrictie net zo effectief is als een volledige cognitieve gedragstherapie. Verder blijkt dat het toepassen van deze techniek zeer effectief en goed toepasbaar is in de huisartsenpraktijk. Voor er gestart wordt met de gedragsmatige behandeling is het belangrijk om goed uitleg te geven over de slaap en eventuele verwachtingen rondom de slaap en de perceptie van de patiënt over wat ‘normaal’ is bij te stellen.
Merijn van de Laar, Ingrid Verbeek
2. De behandeling van slapeloosheid zonder pillen
Samenvatting
Bij slapeloosheid wordt een onderscheid gemaakt tussen kortdurende en langdurige insomnie. De NHG-standaard spreekt al van langdurige insomnie na drie weken. De algemene definitie van langdurige slapeloosheid (of insomnie) volgens de ‘International Classification of Sleep Disorders’ (American Academy of Sleep Medicine, 2014) is: minimaal drie nachten per week problemen met in- of doorslapen of te vroeg wakker worden gedurende minimaal drie maanden. Een voorwaarde hierbij is dat er voldoende mogelijkheid is tot slapen (voldoende tijd, veilig, donker, stil en comfortabel). Overdag zijn er klachten zoals vermoeidheid, moeite met concentreren of onthouden, prikkelbaarheid, somberheid of slaperigheid. In de DSM-5 is de term primaire insomnie vervangen door de diagnose ‘insomnie-stoornis’ om het onderscheid primair/secundair te vermijden als de slaapstoornis gelijktijdig voorkomt met andere stoornissen. Behandeling van de slapeloosheid vormt een apart behandeldoel, ook al is er bijkomende medische of psychiatrische problematiek aanwezig (Harvey, Cognitive Behaviour Therapy 38:35–42, 2009).
Merijn van de Laar, Ingrid Verbeek
3. Eerste consult: diagnostiek, slaapanamnese en hulpvraagverheldering
Samenvatting
Om de slaap goed in kaart te brengen, is het belangrijk om eerst een aantal medische aandoeningen en ‘rode vlaggen’ uit te sluiten. Vervolgens kan overgegaan worden op een semigestructureerde anamnese, waarin aandacht is voor de ontstaansgeschiedenis en het beloop. Ook worden hierin het gedrag, de gevoelens en gedachten rondom de slaap en de gevolgen overdag in kaart gebracht. Als laatste is het goed om een slaapdagboek te laten invullen. Zo kun je samen met de patiënt bepalen hoe het op dit moment met de slaap gesteld is, kun je gerichter interventies inzetten en meteen de voortgang van de behandeling monitoren. Qua diagnostiek is het vooral belangrijk om aandacht te hebben voor de rode vlaggen. Hoe je dat doet, wordt in dit hoofdstuk beschreven.
Merijn van de Laar, Ingrid Verbeek
4. Tweede consult (I): informatie geven over slaap, de behandeling van slapeloosheid en slaapadviezen
Samenvatting
De eerste stap in de gedragsmatige behandeling van slapeloosheid is informatie geven over de slaap en opnieuw bekijken of de hulpvraag tijdens de anamnese reëel is. In de casus van mevrouw Alberts wordt duidelijk dat zij graag acht uur wil slapen. Uitleg over de fysiologie van de slaap en de nadruk leggen op kwaliteit versus kwantiteit kan helpen om een reëlere hulpvraag te creëren. In dit hoofdstuk staan een aantal slaapadviezen die kunnen helpen om de basis van de begeleiding neer te leggen.
Merijn van de Laar, Ingrid Verbeek
5. Tweede consult (II): gedragsmatige interventies
Samenvatting
In dit hoofdstuk worden twee krachtige gedragstherapeutische methoden besproken. Slaaprestrictie is gericht op het verhogen van de slaapdruk, waardoor het gemakkelijker wordt om in te slapen en door te slapen. Stimuluscontrole is met name gericht op het opnieuw verbinden van het bed met slaap. Bij langer dan gewoonlijke bedtijden (meer dan acht uur) en gezien de aangetoonde effectiviteit van de slaaprestrictie als enkelvoudige behandeling in de huisartsenpraktijk, wordt de voorkeur gegeven aan deze techniek. Op het moment dat er ondanks slaaprestrictie momenten zijn waarbij de patiënt lang en onrustig wakker ligt in bed kan stimuluscontrole overwogen worden. Pas eventueel slaapcompressie (20 % minder waaktijd in bed) toe in plaats van forse slaaprestrictie indien de patiënt veel weerstand heeft of angst om de interventie toe te passen.
Merijn van de Laar, Ingrid Verbeek
6. Derde consult en follow-up: evaluatie van de slaapadviezen en de gedragsmatige interventies
Samenvatting
Bij de evaluatie van de slaapadviezen en gedragsmatige behandeling is het vooral belangrijk om de hulpvraag van de patiënt in het achterhoofd te houden. De SE-score geldt als een maat voor vooruitgang, maar het is natuurlijk belangrijk hoe de patiënt het slapen nu zelf ervaart. In de meeste gevallen is vervolgens één follow-up na twee weken (consult 4) voldoende. In een aantal gevallen kan overwogen worden om nog een follow-up na een maand te doen.
Merijn van de Laar, Ingrid Verbeek
7. Aanvullende techniek: ontspanning
Samenvatting
In veruit de meeste gevallen is uitleg over de slaap, toepassing van slaapadviezen en slaaprestrictie voldoende om de behandeling te laten slagen. In een aantal gevallen is de behandeling nog niet (volledig) effectief en is het goed om aanvullende technieken in te zetten. Er kan voor gekozen worden om deze zelf toe te passen of om patiënt eventueel door te verwijzen naar een POH-GGZ.
Merijn van de Laar, Ingrid Verbeek
8. Aanvullende techniek: afbouw van slaapmedicatie
Samenvatting
Voorkomen is beter dan genezen. In geval van acute slapeloosheid kan slaapmedicatie tijdelijk aangewezen zijn. De richtlijn adviseert niet meer dan vijf tabletten tegelijkertijd voor te schrijven en recepten niet automatisch te verlengen. Dit blijkt vaak een effectieve interventie om langdurig gebruik van slaapmedicatie te voorkomen. Toch zijn er veel mensen die langdurig slaapmedicatie nemen. Afbouw van slaapmedicatie is onderdeel van de slaapbehandeling.
Merijn van de Laar, Ingrid Verbeek
9. Aanvullende techniek: cognitieve interventies
Samenvatting
In een aantal gevallen kan het zo zijn dat de patiënt veel piekert of zich erg veel zorgen blijft maken over de slaap, ondanks een goede uitleg over de slaap en een goede inzet van gedragsmatige technieken. In dat geval kan het helpen om cognitieve interventies in te zetten. Deze kunnen door de huisarts zelf toegepast worden. Voor uitgebreidere cognitieve therapie kan eventueel doorverwezen worden naar de POH-ggz.
Merijn van de Laar, Ingrid Verbeek
10. Specifieke groepen
Samenvatting
Dit hoofdstuk beschrijft de behandeling voor specifieke groepen. Onder andere kinderen, ouderen en mensen met medische en psychische aandoeningen komen aan bod.
Merijn van de Laar, Ingrid Verbeek
11. De huisarts staat niet alleen
Samenvatting
De meeste huisartsen hebben een drukke praktijk. Bovendien hebben niet alle huisartsen affiniteit met de gedragsmatige behandeling van slaapproblemen en zien ze hun taak vooral in de diagnostiek en behandeling van medische problemen. In dit hoofdstuk wordt beschreven op welke manieren de behandeling kan plaatsvinden, welke professionals een rol kunnen spelen en waar men scholing kan volgen.
Merijn van de Laar, Ingrid Verbeek
Nawerk
Meer informatie
Titel
Slapeloosheid in de huisartsenpraktijk
Auteurs
Merijn van de Laar
Ingrid Verbeek
Copyright
2024
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Elektronisch ISBN
978-90-368-2980-9
Print ISBN
978-90-368-2979-3
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-2980-9