Lawaaischade ontwikkelt zich sluipend en aanvankelijk onmerkbaar, aangezien gehoorverlies eerst bij de hoge frequenties optreedt en het spraakverstaan dan nog mogelijk is. Slechthorendheid treedt op als er auditieve eisen aan het gehoor worden gesteld. Het moeten kunnen horen kost veel energie vooral in rumoerige omgevingen. Oververmoeidheid is een kenmerkende klacht van slechthorenden.
Op werkplekken kan er sprake zijn van blootstelling aan schadelijk lawaai en/of moeten werken in omstandigheden met meer hinderlijk lawaai. Preventieve maatregelen en effectieve interventies zijn mogelijk. Op de werkplek zijn gehoorbeschermingsprogramma’s ontwikkeld, waaronder het beschikbaar stellen van gehoorkappen of otoplastieken. Bestrijding aan de bron, dus de blootstelling aan het lawaai reduceren, verdient uiteraard de voorkeur. Verschillende hoortesten kunnen bewustwording stimuleren en aanleiding zijn om interventies tijdig in gang te zetten. Interventies richten zich op het verbeteren van de arbeidsomstandigheden en organisatie van de werkzaamheden enerzijds en op behandeling anderzijds, zoals audiologische revalidatie en meer psychologische benaderingen.