De auteurs, werkzaam op een centrum voor slaap- en waakstoornissen, bespreken de resultaten van een onderzoek naar het ‘delayed sleep phase syndrome’ (DSPS). De vijftien proefpersonen die aan dit syndroom leden, waren afkomstig uit een groep van 29 tieners met persisterende slaap- en waakstoornissen, gekenmerkt door een ernstig inslaapprobleem, ’s morgens niet wakker kunnen worden en moeheid en slaperigheid overdag.
De mediane duur van de symptomen bij de groep die aan DSPS leed, was negen jaar; bij acht van hen waren de symptomen begonnen vóór het vijfde levensjaar. De tijd tot het begin van slaap was verlengd, maar wanneer de slaap eenmaal kwam, was zij bij polysomnografisch onderzoek normaal. De mediane verschuiving van het slaap-waakritme werd geschat op ongeveer drie uur. Bij alle kinderen gaf het syndroom ernstige problemen thuis en op school. De therapie bestond uit wisselende combinaties van gedragsbeïnvloeding, lichttherapie en melatoninemedicatie. Het resultaat van de behandeling was mager (acht patiënten met matig tot goed resultaat). Gezien de kans op recidief dienen deze kinderen langere tijd gevolgd te worden.