De zorg rondom de ongeboren vrucht en de pasgeborene heeft de afgelopen jaren een stormachtige ontwikkeling doorgemaakt. Een belangrijke verandering betreft het feit dat iedere zwangere een vroege en een late echoscopie krijgt aangeboden, waarbij de eerste onder andere een rol speelt bij het schatten van de kans op een kind met het syndroom van Down en de laatste bij de vroegtijdige detectie van structurele afwijkingen. Een andere in het oog springende wijziging is de uitbreiding van het aantal ziektebeelden waarop door middel van de hielprik bij neonaten wordt gescreend. Daarnaast vallen er met zekere regelmaat pleidooien te beluisteren voor het vervroegen van de prenatale leefstijladvisering. Die zou moeten plaatsvinden in de periode voorafgaand aan de conceptie, zodat tegelijkertijd ook screening op dragerschap van erfelijke afwijkingen tot de mogelijkheden gaat behoren. In dit themanummer wordt nader ingegaan op deze ontwikkelingen.