Tetanus is een ernstige maar gelukkig zeldzame ziekte. Sinds het invoeren van de vaccinatie tegen tetanus is het aantal ziektegevallen sterk gedaald. In de periode 1984-1996 werden in Nederland in totaal dertig gevallen van tetanus bij de inspectie aangegeven. Dit succes is het gevolg van een zeer effectief vaccinatieprogramma. Bijna iedereen geboren na 1950 heeft een vaccinatie gehad. Voor personen die niet of onvolledig gevaccineerd zijn wordt na een verwonding een antitetanuspreparaat gegeven terwijl de betrokken persoon dan alsnog gevaccineerd wordt. Aan personen bij wie de vaccinatie al langer geleden is wordt na een verwonding een booster met tetanustoxoïd gegeven.
Omdat er veel onduidelijkheid bestond over wie wel en wie niet opnieuw een volledige vaccinatie, wie een booster en wie antitetanusserum moest hebben, werd door huisartsen en vooral op afdelingen voor spoedeisende hulp vaak gekozen voor zekerheid en werden personen vaak onnodig opnieuw gevaccineerd en kregen deze personen vaak ten onrecht serum. Daarmee was deze preventieve actie en vooral het geven van immunoglobuline bijzonder duur en verre van kosteneffectief geworden. Om één geval van tetanus te voorkomen moeten tussen de 3 en 500 miljoen injecties met immunoglobuline gegeven worden. De Gezondheidsraad heeft onlangs een rapport uitgebracht waarbij de richtlijnen rond tetanus zijn aangescherpt.