Skip to main content

Welkom bij Scalda & Bohn Stafleu van Loghum

Scalda heeft ervoor gezorgd dat je Mijn BSL eenvoudig en snel kunt raadplegen.Je kunt de producten hieronder links aanschaffen en rechts inloggen.

Registreer

Schaf de BSL Academy aan: 

BSL Academy mbo AG

Eenmaal aangeschaft kun je thuis, of waar ook ter wereld toegang krijgen tot Mijn BSL.

Heb je een vraag, neem dan contact op met Jan van der Velden.

Login

Als u al geregistreerd bent, hoeft u alleen maar in te loggen om onbeperkt toegang te krijgen tot Mijn BSL.

Top

2008 | Boek

Drugs en alcohol; Gebruik, misbruik en verslaving

Redacteuren: Roel Kerssemakers, Rob Van Meerten, Els Noorlander, Hylke Vervaeke

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

insite
ZOEKEN

Over dit boek

De snelle ontwikkelingen in het aanbod en gebruik van drugs en alcohol maken actuele informatie noodzakelijk om de zorg optimaal te maken en te houden. Zijn er nieuwe behandelmethoden voor verslaving? Hoe werkt een specifieke drug op de hersenen en wat zijn de lichamelijke en maatschappelijke gevolgen van het gebruik? Belangrijke vragen voor mensen die beroepshalve te maken krijgen met alcohol– en drugsgebruik en –misbruik.Dit boek zet alle feiten over drugs en alcohol helder op een rij. Het bespreekt de belangrijkste thema's en begrippen rondom het gebruik en misbruik van alcohol en drugs. Ook gaan de auteurs in op keuzes in het drugsbeleid, de laatste ontwikkelingen in de preventie van alcohol– en drugsproblemen en de behandeling van verslaving. Door de heldere indeling kan de lezer over elke drug snel informatie vinden. Bovendien komen andere verslavingen aan bod, zoals internet– en gokverslaving.

Inhoudsopgave

Voorwerk
1. Wat zijn drugs en hoe werken ze?
Alcohol en drugs raken veel aspecten van het menselijk leven. Drugs hebben te maken met genot, plezier, opwinding, inzichten in jezelf, maar ook met ruzie, verbod, straf, ziekte, verslaving en zelfs dood. Alcohol en drugs hebben duidelijk twee kanten. Dat maakt de studie ernaar ook zo fascinerend. In het eerste hoofdstuk van dit boek wordt ingegaan op de vraag wat drugs zijn, hoe ze werken en welke soort risico's er zijn.
Roel Kerssemakers
2. Alcohol
‘Mede’ gemaakt van honing en water is waarschijnlijk het oudste alcoholische drankje. Vermoedelijk is het toevallig ontstaan doordat honing en water op een warme plek met in de lucht zwevend gist in aanraking kwam. Achtduizend jaar geleden werd het al gedronken (Wikipedia). Uit gevonden stukken aardewerk uit Iran/Irak blijkt dat bier 5400 jaar voor Christus al bekend was (Inaba et al., 2000). In Egypte zijn papyrusrollen uit 3500 voor Christus gevonden met het recept voor wijn. Ook zijn er afbeeldingen in grafkamers gevonden waaruit duidelijk wordt dat de Egyptenaren al wijn konden maken en zelfs dronken werden. Een Egyptische priester wees al op de gevaren toen hij zei: “Ik verbied u naar de kroeg te gaan, u zijt gedegenereerd gelijk de beesten.”
Roel Kerssemakers
3. Opiaten
De geschiedenis van opiaatgebruik is door Hans van Epen (2002) als volgt beschreven.
Els Noorlander
4. Misbruik van en verslaving aan Medicatie
Het gebruik van stoffen om angst en slaapstoornissen te bestrijden is vermoedelijk zou oud als de mensheid. Alcohol en opiaten zijn al duizenden jaren onder andere gebruikt als slaapmiddel. Talloze kruiden en andere stoffen zijn met dit doel gebruikt, in Nederland kent men bijvoorbeeld al heel lang de valeriaan. Dat opiaten en alcohol grote nadelen hebben, en dus op een gegeven moment nauwelijks meer door artsen werden toegepast, leidde ertoe dat allerlei andere stoffen voor dit doel werden voorgeschreven. Bekend en berucht zijn de barbituraten. Deze stoffen, zeer effectief als het erom gaat rust en een betere slaap te bereiken, hadden grote nadelen. Sommigen werkten heel lang, zodat stapeling in het lichaam optrad, het verslavingspotentieel was groot en de therapeutische breedte klein. Dat laatste wil zeggen dat de afstand tussen een werkzame en dodelijke dosis maar klein is.
R. Holtrop
5. Overige verdovende middelen
In dit hoofdstuk worden de effecten en het gebruik van enkele middelen beschreven die ingedeeld worden onder de noemer overige verdovende middelen. Deze indeling is niet gebaseerd op grond van de werking van de stoffen, maar op grond van het belangrijkste door de gebruiker gewenste effect. De meeste van de besproken middelen veroorzaken een meestal kortdurende roes. In de voorgaande hoofdstukken is al gebleken dat een bepaalde stof of een bepaald middel meerdere effecten kan hebben, en dat sommige effecten alleen optreden bij bepaalde doseringen of onder bepaalde omstandigheden. De in dit hoofdstuk besproken middelen tellen meestal slechts een kleine groep gebruikers, althans in Nederland, want lijmsnuiven heeft in sommige derde wereldlanden epidemiologische vormen aangenomen. Het percentage gebruikers in de algehele bevolking, of binnen een bepaalde leeftijdsgroep, is voor de meeste middelen zo klein dat deze in algemene bevolkingsonderzoeken niet meetbaar is. Voor sommige van de middelen, zoals GHB en poppers, geldt dat ze wel enige populariteit hebben binnen bepaalde subculturen of binnen bepaalde segmenten van het uitgaanspubliek. Over het algemeen zijn er geen betrouwbare cijfers over het aantal mensen dat dit soort middelen gebruikt, en hoe vaak ze dat doen.
Raymond Niesink
6. Stimulerende middelen: tabak
Het gebruik van tabak als genotsmiddel kent een lange geschiedenis. De tabaksplant komt uit Noord- en Midden-Amerika, waar de oorspronkelijke bewoners al enkele eeuwen voor onze jaartelling bekend waren met de psychoactieve eigenschappen ervan. Eind vijftiende eeuw introduceerden ontdekkingsreizigers de plant in Europa, aanvankelijk vooral in Spanje. Nadat ook Engelsen in Noord-Amerika in contact kwamen met rokende indianen, werd het roken van tabak in brede kring populair in Noord-Europa. Aanvankelijk werd tabak gepruimd en ook wel gesnoven of met behulp van een pijp gerookt. In de loop van de zeventiende eeuw werd tabak een gewild handelsproduct en raakte het via de overzeese scheepvaart bekend in de rest van de wereld. In 1614 waren er alleen al in Londen meer dan zevenduizend verkooppunten van tabak (Haustein, 2001). In 1828 ontdekten chemicihet farmacologisch actieve alkaloïde dat de naam nicotine kreeg. Met de uitvinding van de sigarettenmachine in 1881 kwam de grootschalige productie van fabriekssigaretten op gang. Tabaksgebruik nam in de twintigste eeuw epidemische vormen aan.
Marc C. Willemsen, Andrée J. van Emst
7. Stimulerende middelen: cocaïne
De cocaplant (Erythroxylon coca ) is een bloeiende struik die onder andere in het Andesgebergte groeit op een hoogte van vijfhonderd tot tweeduizend meter. Centra van de cocaverbouwing zijn Peru, Colombia en Bolivia, maar de plant is overal in de Andes, van Zuid-Chilitot het Caribisch gebied, te vinden. Het gebruik van cocaïne, in het bijzonder het kauwen van cocabladeren, heeft een zeer lange geschiedenis. Een recente archeologische vondst in Ecuador toont aan dat het gebruik van cocaïne al minstens vijfduizend jaar geleden voorkwam.
Rob van Meerten
8. Stimulerende middelen: Amfetamine
Amfetamine, en het nauw verwante methamfetamine, zijn synthetische psychoactieve verbindingen die gerekend worden tot de stimulerende middelen met potentieel verslavende werking. Amfetamine en methamfetamine staan sinds 1976 op lijst 1 van de Opiumwet. Op deze lijst staan harddrugs met een onaanvaardbaar risico voor de gezondheid. Produceren, verhandelen en bezitten van harddrugs is strafbaar. Voordat het zover was gekomen had amfetamine al een bewogen geschiedenis achter de rug als geneesmiddel en als middel voor recreatief gebruik.
Henk van Wilgenburg
9. Stimulerende middelen: xtc
In vergelijking met middelen als opium en cannabis, die al sinds de prehistorie gebruikt worden, is xtc een zeer moderne drug. Hoewel dit middel pas echt bekend werd in de laatste twee decennia van de vorige eeuw als brandstof van de dance en party cultuur, is het eigenlijk al bijna honderd jaar oud. MDMA (3,4-methyleendioxymethamfetamine, de chemische naam voor xtc), werd immers voor het eerst gesynthetiseerd in 1912 door de Duitse farmaceutische firma Merck als een onbelangrijk bijproduct in hun zoektocht naar nieuwe hemostatica (bloedstelpende geneesmiddelen). MDMA is dus niet ontwikkeld als eetlustremmer, in tegenstelling tot wat vaak beweerd wordt. In de jaren vijftig van de vorige eeuw onderzocht de Universiteit van Michigan, gesponsord door het Amerikaanse leger, de toxiciteit van MDMA (en nog zeven andere drugs) in cavia's, ratten, muizen, honden en apen. Er is geen bewijs in het publieke domein dat EA 1475 (de codenaam voor MDMA) aan mensen is toegediend of is getest als waarheidsserum (Freudenman et al., 2006). Op het einde van de jaren zestig van de vorige eeuw werd MDMA herontdekt door Alexander Shulgin , een chemicus die verschillende nieuwe psychoactieve drugs uitvond en testte op zichzelf en een groep vrienden (waaronder 2C-B, zie hoofdstuk 13). Verrast door de warme en communicatieverhogende effecten van het middel, introduceerde hij MDMA bij bevriende psychologen en psychiaters (Shulgin & Shulgin, 1991). Gedurende de jaren 1970 werd MDMA ondergronds als hulpmiddel bij psychotherapie gebruikt, maar langzaamaan raakte het middel ook ‘op de straat’ bekend. Samen met het ontstaan van een nieuwe muziekstijl ‘house’ wordt xtc (de naam die MDMA ondertussen heeft gekregen) steeds bekender gedurende de jaren 1980. In 1985 wordt MDMA in de USA via een spoedprocedure door de DEA tijdelijk in Schedule 1 geplaatst en een jaar later wordt dat definitief. Xtc en de rave subcultuur verspreiden zich naar Goa, Ibiza, Londen en uiteindelijk de rest van Europa (Holland, 2001). Midden jaren 1980 duikt xtc voor het eerst op in Nederland. In verschillende kringen wordt er thuis, in besloten kring vanwege de therapeutische effecten, mee geëxperimenteerd. In Nederland hebben de eerste ondergrondse feesten plaats in 1987 en vanaf 1990 begint de dancescene te professionaliseren. In 1988 wordt xtc ook in Nederland illegaal. Ondanks het verbod wordt xtc een heel geliefd feestmiddel in het laatste decennium van de twintigste eeuw. Van de bezoekers van houseparty's en clubs in de jaren negentig van de vorige eeuw had 22 tot 64 procent diezelfde nacht xtc gebruikt (Van de Wijngaart, 1997; Korf et al., 2003). In de 21e eeuw is het gebruik van xtc gedaald en gestabiliseerd, hoewel het na alcohol, tabak en cannabis, de populairste partydrug blijft.
Hylke Vervaeke
10. Overige stimulerende middelen
‘Gebrek aan energie, moe en lusteloos’, we hebben er allemaal wel eens mee te maken. Op zich niet zo'n probleem, maar het overvalt ons op het moment dat we de volgende dag een tentamen moeten doen, tegen de deadline voor een artikel aanhikken, of nog een hele nachtdienst voor de boeg hebben. De een lost het op door even fl ink te gaan sporten, douchen en voilà. De ander neemt één of enkele koppen koffie en sleept zich er zo doorheen. Natuurlijk zijn er ook mensen die op zo'n moment grijpen naar xtc, cocaïne of amfetamine, verboden stimulerende middelen, zoals die in de vorige hoofdstukken ter sprake zijn gekomen. Als we de reclamefolders van fabrikanten van voedingssupplementen mogen geloven, zijn er ook middelen waaraan minder risico's kleven dan aan de verboden stimulerende middelen, legaal zijn, en toch wonderen verrichten. In dit hoofdstuk bespreken we een aantal stimulerende middelen die, in de meeste gevallen, legaal verkrijgbaar zijn en veelal als voedingssupplementen aan de man worden gebracht.
Raymond Niesink
11. Tripmiddelen: lsd en psychedelische paddenstoelen
Psychedelische paddenstoelen worden al duizenden jaren gebruikt door de mensheid. In grotten op het Tassiliplateau in Algerije zijn spectaculaire rotstekeningen teruggevonden van minstens 5500 jaar oud. De bekendste beeldt een man uit met een bijenhoofd en paddenstoelen groeiend op het hele lichaam.
Hylke Vervaeke
12. Tripmiddelen: cannabis
De Cannabis sativa , Nederlandse naam ‘hennep’, is een plant die in grote delen van de wereld in de vrije natuur voorkomt. Zowel in de tropen en subtropen als in de gematigde klimaatzones gedijt hij uitstekend. Sinds mensenheugenis wordt de plant voor verschillende doeleinden gekweekt: als grondstof voor textiel, als medicijn en natuurlijk wegens de psychoactieve eigenschappen, al dan niet toegepast in religieuze ceremonies. Het is één van de oudste cultuurplanten.
Hylke Vervaeke
13. Het gebruik van overige Tripmiddelen
Tripmiddelen, ook wel hallucinogenen of psychedelica genoemd, worden al van oudsher gebruikt door de mensheid voor rituele, religieuze, spirituele en recreatieve doeleinden. De tripmiddelen kunnen op basis van hun chemische structuur onderverdeeld worden in verschillende klassen. De meeste tripmiddelen behoren tot de fenethylaminen of de tryptaminen. De fenethylaminen vormen een groep diverse stoffen die als basisstructuur fenethylamine hebben (zie figuur 13.1).
Hylke Vervaeke
14. Doping
Het is lastig om een exacte definitie te geven van het woord ‘doping’. Over het algemeen gaat het om het misbruik van geneesmiddelen met als doel de sportprestatie te verbeteren. Maar niet alle middelen die op de dopinglijst staan zijn geneesmiddelen, en bovendien zijn er via die dopinglijst ook enkele methoden verboden waarbij geen middelen aan te pas komen. Om het begrip nog gecompliceerder te maken, staan er op de dopinglijst ook meerdere bekende verdovende en stimulerende middelen die elders in dit boek uitgebreid aan bod komen. Ten slotte zijn er middelen die als doping gebruikt worden, maar die niet op de dopinglijst staan.
Olivier de Hon, Bart Coumans
15. Gokken
De eerste bewijzen dat mensen gokten zijn al 40.000 jaar oud. Op muurschilderingen is te zien dat mensen toen met kleine botjes van een schaap of een hond gokten. In het huidige Zuidoost Irak werd 5000 voor Christus al een spel met dobbelstenen gespeeld (het koningsspel van Ur). Onze huidige dobbelsteen, waarbij de som van de nummers van de tegengestelde kanten altijd 7 is, is van 1200 voor Christus.
Roel Kerssemakers
16. Internetverslaving
Traditioneel wordt verslaving gerelateerd aan het gebruik of misbruik van middelen als heroïne, cocaïne, alcohol en tabak. De laatste decennia is echter de idee in opkomst dat ook bepaalde gedragingen, waarbij geen middel ingenomen wordt, een verslavende werking kunnen hebben (Potenza, 2006; Griffiths, 1996; Holden, 2001). Voorbeelden hiervan zijn gokverslaving, seksverslaving en, meer recentelijk, internetverslaving. Griffiths en Davies spreken, daar waar sprake is van excessieve mens-machine-interacties, van technologische verslavingen die zowel passief (bijv. televisie) als actief (bijv. computerspelen) van aard kunnen zijn en, evenals andere vormen van verslaving, gekenmerkt worden door:
  • saillantie of preoccupatie (subjectief ervaren belangrijkheid);
  • mood modification (stemmingsbeïnvloeding);
  • tolerantie;
  • onthoudingsverschijnselen;
  • confl ict (interpersoonlijk: met bijv. naasten, intrapersoonlijk bijv. gevoelens van wroeging dan wel confl icterend met andere activiteiten zoals werk of studie);
  • terugval (Griffiths & Davies, 2005).
Gert-Jan Meerkerk, Regina van den Eijnden
17. Moderne verslavingen
Wat is de overeenkomst tussen webcamseks, vreetbuien en postorderaankopen? Dat is duidelijk: het zijn moderne verschijnselen waaraan iemand verslaafd kan raken. Althans: als dit soort gedrag verslaving genoemd mag worden. Dat hangt af van de definitie. Als verslaving gedrag is dat iemand niet kan laten, waarover hij geen controle heeft, zich ertoe gedwongen voelt, ook al is het schadelijk voor relaties en gezondheid, dan zijn dit inderdaad vormen van verslaving. De schade voor de gezondheid zit voornamelijk in het psychisch en sociaal lijden, maar lichamelijke schade kan ook optreden. De seksverslaafde kan zichzelf verwonden door de aard en frequentie van zijn seksuele gedrag, hij kan bijvoorbeeld een seksueel overdraagbare aandoening oplopen of met het hiv-virus besmet raken. De lichamelijk schade bij eetstoornissen bestaat bijvoorbeeld uit de kans op overlijden voor een anorexia nervosa patiënt, of een tekort aan de elektrolyten natrium, kalium en chloride bij iemand die lijdt aan vreetbuien en gewichtstoename beperkt door zelfopgewekt braken of gebruik van laxeermiddelen.
Carien Karsten
18. Preventie
De effecten van preventie zijn herkenbaar als wordt gekeken naar de verkeersveiligheid in Nederland. Om een zo groot mogelijke verkeersveiligheid te bereiken, wordt er geïnvesteerd in het versterken van beschermende factoren en het verminderen van risicofactoren. Voorbeelden hiervan zijn het stellen van hoge eisen voor het rijbewijs, goede en veilige bewegwijzering en wegen, veilige auto's, goede verlichting op de fiets en een verbod om te rijden met alcohol op. Er wordt geïnvesteerd in voorzieningen, zoals oversteekplaatsen voor voetgangers, maar ook in regelgeving en handhaving: de kans om een boete te krijgen voor te hard rijden is de afgelopen jaren toegenomen. Verder wordt er veel voorlichting gegeven over hoe je op een zo veilig mogelijke manier aan het verkeer kunt deelnemen, onder andere over het veilig bevestigen van kinderzitjes, maar ook over de gevolgen van te hard rijden via televisieprogramma's. Al deze afzonderlijke activiteiten leiden gezamenlijk tot een bijdrage aan de hoofddoelstelling, namelijk een afname van het aantal verkeersdoden in Nederland.
Hans Keizer
19. Verslavingsgedrag en somatiek
Twee factoren maken de behandeling van verslaafden gemiddeld ingewikkelder dan die van patiënten met andere psychiatrische ziektebeelden. Ten eerste het gedrag dat veel verslaafden vertonen en dat door de omgeving als onaangenaam wordt ervaren. Ten tweede de somatischmedische kant van veel verslavingsproblematiek. In dit hoofdstuk wordt op deze punten dieper ingegaan.
Els Noorlander
20. Behandeling van verslaafden
De afgelopen decennia is de hulpverlening aan verslaafden sterk geprofessionaliseerd met behulp van sociale en psychologische interventiestrategieën, zoals motiverende gespreksvoering, cognitieve gedragstherapie en minimale interventiestrategieën, maar ook zaken als case management en arbeids-, woon- en werkprojecten. Daarnaast heeft neurobiologisch en genetisch onderzoek een sterke impuls gegeven aan het medisch-biologisch denken over een verslaving. Er is inmiddels een aantal veelbelovende farmacologische ontwikkelingen, zoals medicijnen die het verlangen naar gebruik verminderen of die de werking van de verslavende stof blokkeren.
Ruud Rutten
21. Beleid
Het gebruik van alcohol en drugs is al duizenden jaren oud. Bij gebruik in religies of als medicijn ontstonden de eerste regels over hoe het gebruik moest plaatsvinden. Al heel vroeg nemen de overheden maatregelen tegen misbruik. Zo besloot de Chinese keizer Yu in 2200 voor Christus belasting te gaan heffen op wijn om het excessieve drinken tegen te gaan. Een latere keizer legde hoge boetes op voor iedere keer dat iemand dronken was. Drastische maatregelen werden ook in het Romeinse Rijk genomen. In 81 na Christus vernietigde keizer Domitianus de helft van alle wijngaarden. Mensen die teveel dronken werden publiekelijk te schande gezet. De maatregelen waren niet gericht op het totaal verbieden van alcohol, maar wel op het matigen van gebruik.
Roel Kerssemakers
Nawerk
Meer informatie
Titel
Drugs en alcohol; Gebruik, misbruik en verslaving
Redacteuren
Roel Kerssemakers
Rob Van Meerten
Els Noorlander
Hylke Vervaeke
Copyright
2008
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Elektronisch ISBN
978-90-313-6554-8
Print ISBN
978-90-313-5059-9
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-6554-8