Klimaatverandering is een van de grootste bedreigingen voor onze maatschappij. Gezondheidssystemen wereldwijd zijn verwikkeld geraakt in een paradoxale relatie met de uitstoot van broeikasgassen. Deze gezondheidssystemen dragen ongeveer 5–8 % bij aan de globale CO
2-emissies [
1,
2]. De uitstoot van deze emissies brengt schade toe aan de volksgezondheid en vormt een bedreigeng voor de overleving van de mensheid. Er wordt voorspeld dat klimaatverandering in de periode van 2030 tot 2050 op jaarbasis 250.000 extra levens zal opeisen [
3,
4].
De grootste aandeelhouders in de uitstoot van de zorg zijn medicijnen, anesthesiegassen, reisbewegingen van patiënten en personeel, verwarming en verkoeling van zorginstellingen, elektriciteitsgebruik, afvalverwerking en voedsel. Al deze aspecten zijn van toepassing binnen de urologische praktijk. Urologische behandeling bestaat vaak uit chirurgie, waarbij gebruik wordt gemaakt van operatiekamers. Een operatiekamer in een academisch ziekenhuis veroorzaakt jaarlijks gemiddeld 536–650 ton kilo CO
2-equivalenten en 214–360 ton afval [
5].
Toch is er tot nu toe weinig onderzoek gedaan naar het verband tussen de urologische praktijk en klimaatverandering. Binnen dit spanningsveld zijn er twee onderwerpen van belang: het effect van klimaatverandering op urologische aandoeningen en het effect van de urologisch zorg op klimaatverandering. We zullen in dit themanummer focussen op dat laatste. Om de impact van urologische zorg te evalueren is het essentieel om de milieu-impact van urologische zorgpaden te kwantificeren en daarin hotspots te identificeren. Het vaststellen van deze hotspots kan duidelijk maken welke verduurzamingsstrategieën nodig zijn en op welk punt in het zorgpad deze de grootste milieuwinst zullen opleveren.
Verduurzamingsstrategieën kunnen gerangschikt worden volgens de R‑ladder, een hiërarchie die strategieën van grote milieuwinst naar lage milieuwinst ordent [
6]. Zo leveren
refuse en
reduce de grootste milieuwinst op, bijvoorbeeld kiezen voor niet (actief) behandelen, de-escalatie van de behandeling of het niet gebruiken van materialen. De meest duurzame zorg is de zorg die voorkomen kan worden en daarom is het essentieel om te investeren in preventieve maatregelen voor het ontstaan van urologische ziektebeelden. Net zoals elke verandering op de werkvloer kan het implementeren van deze handelswijzen een uitdaging vormen, temeer omdat ze gedragsverandering vereisen. Wij geloven dat er verschillende kansen zijn voor het verduurzamen van urologische zorg.
Toekomstvisie
Willen we de urologie verduurzamen, dan is het belangrijk om te investeren in gedegen onderzoek naar de milieu-impact van urologische zorgpaden en de ontwikkeling (en implementatie) van duurzame alternatieven op het gebied van materialen, diagnostiek en behandeling. Subsidiërende partijen als ZonMw kunnen bij geprioriteerde onderwerpen een belangrijke rol spelen. Binnen de Nederlandse Vereniging voor Urologie (NVU) valt duurzaamheid onder de pijler Innovatie en Wetenschap. Daarmee heeft het onderwerp de grootste kans om aanspraak te kunnen maken op Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten SKMS-subsidies. Om research waste te voorkomen zouden we voor aanvang van een nieuw onderzoek moeten nagaan of de milieu-impact van het onderzoek zelf daadwerkelijk opweegt tegen de te verwachten resultaten en echt iets bijdraagt aan de bestaande kennis. Dit zou niet alleen moeten gelden voor onderzoek op het gebied van duurzaamheid, maar ook voor onderzoek op breder urologisch vlak.
Daarnaast zullen we binnen de urologie, de vakgroepen in ziekenhuizen, ook de uitdagende ethische discussies moeten voeren over het raakvlak milieu-impact, financiën, personeel en middelen en uitkomsten voor de patiënt. Zijn de kosten en baten van de zorgpaden wel in balans? Is binnen de uro-oncologie-overleving wel altijd de belangrijkste uitkomstmaat bij het evalueren van behandelingen? Waar is de-escalatie van de behandeling mogelijk en passend? Om een juiste afweging te kunnen maken moet er gebruikgemaakt kunnen worden van een bepaalde vorm van standaardisatie, zodat een eerlijke afweging gemaakt kan worden.
McAlister en collega’s hebben ons laten zien dat het belangrijk is om in de toekomst CO
2-emissies te includeren in
health technology assessments (HTA) [
7]. HTA behelst een systematische evaluatie van eigenschappen en effecten van medische technologie, die zich richt op zowel de directe en bedoelde, als de indirecte en onbedoelde effecten van een bepaald(e) behandeling of zorgpad, met als doel om te komen tot geïnformeerde en gedegen besluitvorming [
8]. Binnen de urologie zouden we dit bijvoorbeeld kunnen toepassen wanneer we de impact van twee min of meer oncologisch gelijkwaardige behandelingen willen vergelijken, zoals de uitwendige radiotherapie en de robotgeassisteerde laparoscopische prostatectomie als behandeling van gelokaliseerd prostaatcarcinoom [
9].
De uitdagingen die klimaatverandering ons voorschotelt vragen om een multidisciplinaire aanpak. Voor duurzame transities en een langer houdbaar zorgsysteem moeten we dus samenwerken. Voor de duurzame beweging binnen de snijdende specialismen is een aantal jaar geleden het Landelijk Netwerk de Groene OK (LNGOK) opgericht. In dit verbindende netwerk wordt kennis gedeeld, zodat niet iedereen het wiel telkens opnieuw hoeft uit te vinden. Op bredere schaal hebben we de Groene Zorg Alliantie, een nationaal netwerk waarbinnen kennisuitwisseling plaatsvindt tussen zorgprofessionals van alle afdelingen en lagen. Zoek regionaal, nationaal en internationaal de samenwerking binnen urologische praktijken en ook met de patiëntenverenigingen om draagvlak te creëren en de duurzame transitie te versnellen. Daarnaast kunnen succesvolle duurzame praktijkvoeringen van andere specialismen (niet alleen de snijdende) als zogenaamde best practices naar voren komen en desgewenst worden beoordeeld op haalbaarheid voor implementatie binnen de urologie.
In de zeer nabije toekomst zal een nieuwe generatie urologen opgeleid worden met kennis over duurzame urologische praktijkvoering. Dit komt doordat daar in toenemende mate aandacht voor is binnen de geneeskundeopleiding en ook doordat verschillende modern vormgegeven modules binnen het aios-onderwijs beschikbaar komen. Daarbij kan de multidisciplinaire Leidraad
Duurzaamheid in richtlijnen worden gebruikt om relevante onderdelen hiervan door te voeren in elke te reviseren of op te stellen urologische richtlijn [
10]. Omdat de hele transitie naar ecologisch bewuster (be)handelen dynamisch van aard is, zal het van groot belang zijn om hier binnen de NVU geregeld over te blijven communiceren en ook om hieraan in toenemende mate aandacht te besteden bij het visiteren van vakgroepen.
Omdat wij als mens en ook als uroloog deel uitmaken van het ecosysteem, zijn we verplicht om de veranderkracht die eenieder tot zijn beschikking heeft te benutten [
11]. Zo creëren we gezamenlijk een cumulatieve impact, die leidt tot een versnelling in de transitie naar een ecologisch duurzame (urologische) zorg.
Open Access This article is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License, which permits use, sharing, adaptation, distribution and reproduction in any medium or format, as long as you give appropriate credit to the original author(s) and the source, provide a link to the Creative Commons licence, and indicate if changes were made. The images or other third party material in this article are included in the article’s Creative Commons licence, unless indicated otherwise in a credit line to the material. If material is not included in the article’s Creative Commons licence and your intended use is not permitted by statutory regulation or exceeds the permitted use, you will need to obtain permission directly from the copyright holder. To view a copy of this licence, visit
http://creativecommons.org/licenses/by/4.0/.