Om een pneumoperitoneum te creëren wordt CO
2 in de abdominale holte gebracht. Dit CO
2 is in dit geval een medisch gas. Dergelijke gassen vallen onder de verantwoordelijkheid van de apotheek en moeten aan strenge eisen voldoen. Het wordt gewonnen uit bronnen op verschillende plekken in Europa en in grote cilinders tot vloeibare vorm gecomprimeerd en getransporteerd. Het gas wordt via leidingen door het ziekenhuis getransporteerd. CO
2 wordt gebruikt voor deze indicatie omdat het een goedkoop, kleurloos, niet ontvlambaar gas is, dat nauwelijks gevaar voor gasembolieën geeft. Nadelen zijn de opname van CO
2 in de bloedbaan en kans op hypercapnie en acidose, en natuurlijk het feit dat het een broeikasgas is. CO
2 komt peroperatief vrij door lekkage via de trocars, bij het uithalen van weefselpreparaat en bij desufflatie aan het eind van de ingreep. Een verwaarloosbaar deel van de CO
2 wordt geabsorbeerd via het peritoneum en abdominale organen, waarna het via de ademhaling in de atmosfeer belandt. Er is niet veel literatuur over de impact van de winning, het vervoer en het gebruik van deze CO
2. Het lijkt echter procentueel maar een klein deel te zijn van de totale uitstoot van een ingreep. Per uur pneumoperitoneum wordt gemiddeld zo’n 1,6 l CO
2 gebruikt [
10]. Milieuvriendelijke alternatieven zouden helium en kamerlucht kunnen zijn, maar de veiligheid van deze opties is nog niet voldoende bewezen [
11]. Het gebruik van potente broeikasgassen in de anesthesie, zoals lachgas, desfluraan en isofluraan, vormt wereldwijd nog een relevante bijdrage aan de directe uitstoot van GHG. In Nederland is desfluraan al nagenoeg uitgefaseerd nadat de Nederlandse Vereniging voor Anesthesie (NVA) in 2021 hier concrete adviezen over heeft uitgebracht [
12,
13].